1918 - 2000
Een levenslange liefde voor kleur
Het verhaal van Johannes Fredericus (Freek) van den Berg is nog niet verteld.
In zijn atelier aan de IJssel staat zonder twijfel nog een grote hoeveelheid lege doeken en nieuwe penselen. Maar dinsdagavond is de kunstenaar in zijn atelier en woning in Veessen overleden. Freek werd 82 jaar. Hij laat een imposant oeuvre na, een oeuvre dat een heel eigen verhaal vertelt, vol kleur, beweging en suggestie.
Geschiedenis
Een bezoek aan Freek van den Berg was nooit vrijblijvend. Daar aan die smalle dijk, waar de schilderijen vele rijen dik tegen de wanden stonden, was Freek de gretige verteller die zo’n behoefte voelde zijn werk te duiden. Hoewel zijn talent geen academische scholing nodig bleek te hebben, verdiepte hij zich volop in de kunstgeschiedenis. Al jong had hij tijdens een zwerftocht over de Veluwe uit de brieven van Van Gogh geleerd dat de meest exotische dingen gewoon voor het oprapen liggen. Later begreep hij de kleurenleer van Delacroix, een les die hij een leven lang niet meer vergat. Maar ook andere, internationaal bekende kunstenaars hadden Freek altijd wat te vertellen, leergierig als hij was. De behoefte om te weten was even groot als de behoefte om anderen in die verworvenheden te laten delen. Freek van den Berg moest zijn verhaal kwijt, was het niet in de schilderijen, dan wel in woord.
Criticus
Misschien had dat ook te maken met zijn verleden als kunstcriticus. In de jaren vijftig van de vorige eeuw werkte hij als criticus voor Vrij Nederland, Het Vrije Volk en Het Parool. Een tijd waarin de kunstwereld onstuimig veranderde. Van den Berg was erbij, dronk als het ware de ideeen van al die kunstvernieuwers, proefde ervan en behield uiteindelijk alleen zijn eigen smaak. Dat heeft een oeuvre opgeleverd dat onmiskenbaar van een, eigenzinnige kunstenaar is. Zo hevig als wat hij om zich heen zag hem kon beroeren, zo ogenschijnlijk onbewogen liet hij de stormen in de kunstwereld aan hem voorbij razen. Ooit werd Freek een fauvist genoemd, naar de richting in de Franse schilderkunst waarin uitbundig kleurgebruik uiting gaf aan de sensaties die de schilder ervoer. Hoewel hij geen behoefte had aan zo’n etiket, voelde de Veessense schilder zich verwant aan die stroming. Het was vooral de souplesse van het Frans expressionisme dat hem aansprak. Zoals hij ook zelf zichtbaar met grote liefde het penseel hanteerde, met grote gebaren zijn passies wist te verbeelden.
Evenzeer gaf hij toen al aan dat het besef niet zoveel tijd meer te hebben, sterk was. Hij wilde zijn tijd gerichter gebruiken, wilde doen in plaats van praten. En over de dood: ‘Nooit heb ik een moment gekend waarop ik dacht: ‘het is mooi geweest’. Nog steeds moet ik mezelf dwingen ‘s avonds naar bed te gaan. Natuurlijk ken ik ook angst voor de dood. Maar ik durf angstig te zijn zolang het maar wordt omgezet in dadendrang, in iets positiefs. Het voordeel van ouder worden is dat je steeds beter weet waar je talent op gebaseerd is. Bovendien leer je je eigen beperkingen kennen. Veel schilders hebben pas op oudere leeftijd de meest persoonlijke werken gemaakt.’
Bron: © Wegener Uitgeverij Gelderland-Overijssel b.v.